Opmerkelijk Nr. 7

12 juli 2023

Uitspraak KiFiD 2023-0494

Bij een verzekerde met een zogenaamde 1-persoonshuishouden inboedelverzekering worden bij een inbraak diverse goederen ontvreemd. Goederen van verzekerde zelf maar ook sieraden van zijn partner. De partner moest onverwacht op reis en had de sieraden bij verzekerde achter gelaten.

De inboedelverzekeraar vergoedt de ontvreemde sieraden van de partner met een waarde (volgens de expert) van € 16.350,– niet. Omdat in de polisvoorwaarden in de omschrijving van wat onder inboedel wordt verstaan staat, dat alleen sieraden van de verzekerde zelf daaronder vallen.

Verzekerde is het daar niet mee eens omdat in de polisvoorwaarden staat dat inboedelgoederen van anderen die zich tijdelijk (bijv. opslag/bewaring) in de woning van verzekerde bevinden, meeverzekerd zijn tot een maximum van € 25.000,–. Verzekerde stelt dat hij niet wist dat sieraden dan niet meeverzekerd zijn. Er had volgens verzekerde een verwijzing van het ene naar het andere onderdeel opgenomen moeten worden, en nu dat niet het geval is, zijn de voorwaarden onduidelijk.

Het KiFiD oordeelt dat de polisvoorwaarden niet onduidelijk zijn omdat in de inhoudsopgave en de titels van de verschillende artikelen in betreffende polisvoorwaarden duidelijk te zien is wat de systematiek van de verzekeringsvoorwaarden is en welke informatie in welk artikel is terug te vinden. Vervolgens stelt het KiFiD dat van een verzekerde mag worden verwacht, dat hij bij het sluiten van een verzekering het polis blad en de polisvoorwaarden leest. Daarbij moeten volgens het KiFiD de diverse onderdelen van de polisvoorwaarden niet als op zichzelf staande teksten worden gelezen, maar in onderlinge samenhang met elkaar. Het KiFiD verwijst naar eerdere uitspraken en naar de uitspraak van de Hoge Raad van 2006 over vrijheid van het opstellen van polisvoorwaarden.

Uitspraak KiFiD 2023-0494

https://www.kifid.nl/wp-content/uploads/2023/07/Uitspraak-2023-0494-Bindend.pdf

Uitspraak Hoge Raad: Het staat een verzekeraar in beginsel vrij om de grenzen te bepalen waarbinnen hij bereid is dekking te verlenen.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:HR:2006:AV9435

 

Met dank aan Anita Hol-Bubeck


Indien beide partijen bij verkeersongeval verwijt kan worden gemaakt

In het algemeen geldt bij calamiteiten dat er niet één enkel feit de calamiteit heeft veroorzaakt. In de praktijk komen vaak meerdere gebeurtenissen bij elkaar die uiteindelijk tot de calamiteit leiden. Dat geldt ook voor verkeersschades. Wanneer twee verkeersdeelnemers met elkaar in botsing komen kunnen beide verkeersdeelnemers hebben bijgedragen aan het feit dat het ongeval heeft kunnen ontstaan. Is dat het geval, dan zal ieders verantwoordelijkheid moeten worden gewogen. Vervolgens zal de uitkomst van die weging van invloed kunnen zijn op de vraag welke verkeersdeelnemer welk deel van de schade voor zijn rekening moet nemen. Hans van der Wouden, senior specialist verzekeringstechniek bij de Vereende, gaat in bijgaand artikel in op enkele situaties waarin de ene verkeersdeelnemer een fout begaat maar het ongeval dat daarop volgt mede te wijten is aan een te hoge snelheid van de andere verkeersdeelnemer.

https://verzekerden.vereende.nl/kennisbank/als-ik-geen-voorrang-verleen-ben-ik-bij-schade-dan-altijd-aansprakelijk/?utm_medium=email

 

Met dank aan Monique Gerrits-Arts


Hoedanigheid van verzekerde: cruciaal bij start schadedossier

Of een verzekeringnemer rechten kan ontlenen aan de verzekeringsovereenkomst die hij heeft afgesloten, hangt mede af van de vraag of de daadwerkelijke hoedanigheid van de verzekeringnemer aansluit bij de op het polis blad vermelde hoedanigheid of verzekerde activiteit. In bijgaand artikel gaat Coen Fledderus, advocaat bij Polisadvocaten, op deze problematiek in. In zijn bijdrage geeft hij aan dat naar zijn oordeel in het algemeen het volgende heeft te gelden:

 

  1. Bij een onduidelijkheid over een polis bepaling, dus ook verschillende interpretatiemogelijkheden van de omschreven hoedanigheid, geldt de voor de consument meest gunstige uitleg.

 

  1. Is tussen partijen over omschrijving van de polisvoorwaarden onderhandeld dat wordt, conform het Haviltex-arrest. De hoofdregel uit het Haviltex-arrest is dat niet (alleen) de taalkundige uitleg van een overeenkomst doorslaggevend is om te bepalen wat partijen zijn overeengekomen. Ook de betekenis die partijen aan (de tekst van) de overeenkomst mogen toekennen is van belang. Hierbij zijn de omstandigheden van het geval en hetgeen partijen over en weer van elkaar mochten verwachten van belang.

In welke hoedanigheid kan een verzekerde rechten aan de polis ontlenen?


Vernieuwing bedrijfsregeling Roy-data per 1-7-2024

Per 1 juli 2024 wordt er in de bedrijfsregeling 11:Roy-data een nieuw transparanter systeem voor registratie van schadevrije jaren opgenomen. De belangrijkste veranderingen zijn dat er schadevrije maanden worden vastgelegd en dat de schadevrije jaren en maanden altijd actueel zijn en op ieder moment in te zien zijn, ook door verzekerden.

 

Het huidige systeem

In het huidige systeem worden de zuivere schadevrije jaren aan het eind van het verzekeringsjaar (op de hoofdpremievervaldatum) berekend. Bij het aanvragen van een nieuwe autoverzekering wordt vaak een onjuist aantal schadevrije jaren opgegeven. Verzekeraar moet dan een inmiddels op basis van het opgegeven aantal schadevrije jaren afgegeven polis corrigeren. Extra werk voor verzekeraar en verwarrend voor verzekerden.

 

Nog een nadeel van het huidige systeem is, dat verzekerden versneld schadevrije jaren kunnen opbouwen door een autoverzekering vaker over te sluiten. Verzekeraars kennen meestal al één heel schadevrij jaar toe als een vorige verzekering minimaal een halfjaar loopt (de zogenaamde 180 dagenregeling).

 

Het nieuwe systeem

In het nieuwe systeem melden verzekeraars iedere geclaimde schuldschade direct in Roy-data waardoor de schadevrije jaren en maanden altijd actueel zijn en de schadevrije jaren worden geregistreerd in hele jaren en maanden. Zonder schuldschade krijgt verzekerde iedere eerste van de maand één schadevrije maand erbij.

Bij melding van een schuldschade in Roy-data worden de opgebouwde schadevrije jaren en maanden direct verminderd met zes schadevrije jaren en bij een volgende schuldschade met vijf jaar. Daarna loopt de opbouw weer door; zonder schuldschade krijgt de verzekerde er bij de start van de volgende maand weer een schadevrije maand bij.

 

Voorbeeld:

Een verzekerde heeft op de hoofdpremievervaldatum 1-9-2024 van zijn autoverzekering twaalf schadevrije jaren. Zonder schuldschade heeft hij op 1-10-2024 twaalf schadevrije jaren en één schadevrije maand, op

1-11-2024 twaalf jaar en twee maanden, etc. En op 1-9-2025 heeft hij zonder schuldschade dertien schadevrije jaren.

Met een schuldschade op 15-11-2024 worden de twaalf schadevrije jaren en twee maanden verlaagd met zes jaar naar zes schadevrije en twee maanden. Zonder nieuwe schuldschade komt er op 1-12-2024 één maand en heeft hij zes schadevrije jaren en drie maanden. Op 1-9-2025 heeft verzekerde zonder schuldschade zeven schadevrije jaren.

Zou verzekerde op 1-8-2025 weer een schuldschade melden dan worden de schadevrije jaren en maanden op dat moment verlaagd met vijf jaar van zes jaar en 11 maanden naar één jaar en 11 maanden. Op 1-9-2025 heeft verzekerde dan zonder nieuwe schuldschade twee schadevrije jaren.

https://www.verzekeraars.nl/publicaties/actueel/vanaf-1-juli-2024-werken-verzekeraars-met-nieuw-transparant-schadevrije-jaren-systeem

 

Met dank aan Anita Hol-Bubeck

Terug naar overzicht