Opmerkelijk Nr. 5

8 mei 2023

Hoe zat het ook al weer met het recht op contra-expertise?

Afgelopen week heeft de AFM een boete gepubliceerd die is opgelegd aan CAK. Onderdeel van CAK zijn de labels Promovendum en Besured. Eén van de vele aspecten die in dit boetebesluit speelde was het gegeven dat de AFM aan CAK verweet niet correct te zijn omgegaan met informatie over de rechten van consumenten met betrekking tot contra-expertise.
Contra-expertise
Het recht op contra-expertise is vastgelegd in artikel 7:959 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel luidt:
De in artikel 957 bedoelde vergoeding en de redelijke kosten tot het vaststellen van de schade gemaakt, komen ten laste van de verzekeraar, ook al zou daardoor, tezamen met de vergoeding van de schade, de verzekerde som worden overschreden.
Dwingend recht
Op grond van artikel 7:963 BW is artikel 7:959 lid 1 BW dwingend recht. Verzekeraars mogen daar dus niet ten nadele van verzekeringnemers van afwijken.
Geen beperking in keuze eigen expert
Verzekeraars mogen niet eisen dat een contra-expert aangesloten moet zijn bij een specifieke (beroeps-)organisatie. In januari 2022 oordeelde de Hoge Raad dat Achmea een dergelijke clausule ten onrechte in haar polisvoorwaarden had opgenomen.
Dubbele redelijkheidstoets
Uit eerdere uitspraken blijkt ook dat er een zogenaamde dubbelredelijkheidstoets toegepast moet worden voor de contra-expertisekosten:
1. Het moet redelijk zijn dat een contra-expert ingeschakeld wordt. Dat is bijvoorbeeld niet het geval als de verzekeraar toegezegd heeft de schade conform de eis van verzekerde te vergoeden EN
2. De hoogte van de kosten van de contra-expert moet redelijk zijn. Dat is bijvoorbeeld niet het geval als de contra-expert een extreem hoog uurloon van € 1.500,– per uur vraagt.
Als aan deze eisen is voldaan, dan zal de verzekeraar de kosten van de contra-expertise volledig zonder maximering moeten vergoeden.
Contra-expertise bij de Expertisegroep
Op initiatief van Michelle van Wessum van Varias Verzekeringen zal in oktober een webinar plaatsvinden met een contra-expert. Wij zullen vooraf bij jullie de vragen ophalen die aan jullie kant over dit onderwerp leven. Kortom: dit onderwerp krijgt een vervolg.

Hoedanigheid vervelend struikelpunt bij schadedossiers

En van de eerste punten waarbij de afhandeling van een schadedossier al problemen kan geven’, is de discussie over de hoedanigheid van de verzekerde. Vooral bij zakelijke schadeverzekeringen zal in veel gevallen een omschrijving zijn opgenomen, in welke hoedanigheid van de verzekerde de verzekering dekking biedt.
In een samenleving waarin ook ondernemers volop in beweging zijn kan die hoedanigheid bij een schade net iets anders blijken te zijn dan op het polisblad vermeld stond. Mag een verzekeraar dan gelijk een afwijzing formuleren? Nee dus.
Advocaat Coen Flederus van Polis Advocaten schreef hier een interessante column over. Die kan je via de volgende link nalezen:
https://www.polisadvocaten.nl/2023/in-welke-hoedanigheid-kan-verzekerde-rechten-aan-de-polis-ontlenen/

Slang voor afvoer water wasmachine niet goed gemonteerd; Montagefout?

De afvoerslang van de wasmachine is losgeschoten bij de eerste wasbeurt nadat de consument de wasmachine had geïnstalleerd, waardoor er waterschade aan elektrische apparatuur is ontstaan. De verzekeraar van de woonhuisverzekering beroept zich op de uitsluiting van schade door montage- of installatiefouten. De geschillencommissie KiFiD oordeelt dat de afvoerslang in dit geval niet overeenkomstig de installatievoorschriften is aangesloten. De commissie oordeelt dat de verzekeraar geslaagd is in het bewijs dat de uitsluiting van toepassing is. De klacht is ongegrond en de vordering wordt afgewezen.
https://www.kifid.nl/wp-content/uploads/2023/03/Uitspraak-2023-0163-Bindend.pdf
Met dank voor deze bijdrage aan Monique Gerrits-Arts van ACAM Assurantiën BV

Uitspraak van KiFiD van 6 april 2023

e laptop van verzekerde werd gestolen uit de auto die in een beveiligde parkeergarage stond.
Verzekerde was op het moment van de diefstal in de bioscoop. Verzekeraar vergoedt de schade niet op grond van de volgende bepaling in de buitenhuisdekking op de inboedelverzekering:
Diefstal van persoonlijke bezittingen uit een motorrijtuig is alleen verzekerd als verzekerde
aan de volgende voorwaarden voldoet: • Verzekerde toont aan dat er geen andere veilige plek was om de persoonlijke bezittingen te bewaren.
Verzekerde stelt dat de bioscoop geen veilige plek is om de laptop te bewaren dan wel mee naar toe te nemen omdat in het donker in de bioscoop iemand gemakkelijk de laptop mee kan nemen. Bovendien stelt verzekerde dat de buitenhuisverzekering door deze bepaling een schijndekking is omdat er altijd wel een andere veilige plek te bedenken is.
De commissie oordeelt dat de verzekeraar de schade mocht afwijzen omdat van de verzekerde mocht worden verwacht dat zij de laptop gelet op de hoge waarde, de geringe omvang en het lichte gewicht mee zou nemen in een tas of rugzak in de bioscoop en bij haar voeten of onder haar stoel zou plaatsen zodat de laptop de gehele tijd in haar bijzijn zou zijn.
Van een schijndekking is volgens de commissie géén sprake omdat er zich wel degelijk situaties kunnen voordoen waarin spullen vanwege hun formaat of vanwege van het ontbreken van een veilige andere opbergplek wel in de auto moeten worden achtergelaten.
https://www.kifid.nl/wp-content/uploads/2023/04/Uitspraak-2023-0281-Bindend.pdf
Met dank voor deze bijdrage aan Anita Hol-Bubeck.
Terug naar overzicht