Opmerkelijk Nr. 12

5 februari 2024

KiFiD uitspraak 2024-0021 10 januari 2024

Verzekerde heeft op zijn woonverzekering dekking voor Kostbaarheden Buitenhuis en daarop meldt hij een schade van een kwijtgeraakt horloge. De expert stelt vast dat de (catalogus)nieuwwaarde van een identiek horloge direct voor de schade € 14.400 was. Verzekeraar vergoedt dit bedrag minus € 100,– eigen risico. Voor dat bedrag kan verzekerde wel een nieuw horloge kopen maar daarvoor bestond een lange levertijd. Verzekerde kan wel direct bij een juwelier het horloge kopen voor € 25.000. Verzekerde claimt daarom een aanvullende vergoeding van € 10.700. Verzekeraar weigert de aanvullende uitkering te doen omdat er op grond van de polisvoorwaarden recht is op nieuwwaarde en dat is betaald. Verzekerde stelt dat hij op grond van de polisvoorwaarden het recht heeft op een bedrag om het horloge ‘nu te kopen’ en dat ook ‘nu bezitten’ betekent. Het KiFiD oordeelt dat de uitleg van de polisvoorwaarden van de verzekerde een redelijke uitleg is en dat de contra proferentem-regel met zich meebrengt dat zijn lezing prevaleert. Het KiFiD wijst de vordering toe.
https://www.kifid.nl/wp-content/uploads/2024/01/Uitspraak-2024-0021-Bindend.pdf

 


KiFiD uitspraak 2024-0030 11 januari 2024

Tijdens een storm zijn niet nagelvast bevestigde zonnepanelen van het platte dak van de woning van verzekerde gewaaid en op de auto van de buurman terecht gekomen. Voor de zonnepanelen is géén dekking op de woonhuisverzekering omdat de zonnepanelen niet vast lagen. Verzekerde claimt vervolgens de schades bij de verzekeraar waar hij een inboedelverzekering en aansprakelijkheidsverzekering heeft. De verzekeraar wijst beide schades af. Op de inboedelverzekering is géén dekking omdat zonnepanelen niet onder het begrip inboedel vallen. Op de aansprakelijkheidsverzekering is géén dekking omdat er vooralsnog niet aangetoond is dat de verzekerde aansprakelijk is nu er sprake is van storm.

 


Uitspraak Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 27 december 2023 ECLI:NL:GHSHE:2023:4060

Interessante uitspraak omdat de aansprakelijkheid rondom een bijzondere manoeuvre en de eigen schuld van de benadeelde worden besproken. Maar ook omdat uit de uitspraak blijkt dat er in bepaalde gevallen wel een hoger beroep mogelijk is tegen een beschikking in een deelgeschil procedure!
Tijdens het maken van een proefrit met de motor van een klant is een automonteur ten val gekomen en in botsing gekomen met een auto die op de weg aan het keren was. De rechtbank oordeelde in een deelgeschil procedure dat de kerende automobilist aansprakelijk was. In Hoger beroep oordeelt het Gerechtshof dat er sprake is van eigen schuld van de motorrijder omdat hij onvoldoende oplettend is geweest en de keermanoeuvre niet heeft waargenomen. Het gerechtshof komt op een verdeling van 25% voor de motor en 75% voor de auto van de schade en de kosten.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:GHSHE:2023:4060&showbutton=true&keyword=letsel&idx=14

Uitspraak Parket bij de Hoge Raad 16 januari 2024 ECLI:NL:PHR:2023:1166

Een al erg lang slepende kwestie over een inzittende die achterin een auto zat en vanuit die positie aan de handrem van de auto trok. De inzittende is eerder al strafrechtelijk veroordeeld. Als gevolg van zijn actie blokkeerden de achterwielen van de auto en kwam de auto in een ongecontroleerde slip terecht. Dat leidde tot een zeer ernstig verkeersongeluk. Een andere inzittende kwam te overlijden en degene die achter het stuur van de auto zat raakte zeer ernstig gewond. De vraag die aan de rechter werd voorgelegd was of degene die achter het stuur zat de hoedanigheid van bestuurder (in de zin van de WAM) verloor toen de inzittende aan de handrem trok. De rechtbank oordeelde dat degene die achter het stuur zat niet meer kon worden beschouwd als bestuurder van het motorrijtuig omdat hij niet meer de feitelijke macht over het voertuig had. De WAM verzekeraar van het motorrijtuig moest de schade wel vergoeden omdat zijn schade niet als schade aan de bestuurder in de zin van de WAM was. In Hoger beroep oordeelde het Gerechtshof anders namelijk dat de persoon die achter het stuur zat op het moment dat de inzittende aan de handrem trok nog wel de feitelijk controle over het voertuig had en dus wel beschouwd moet worden als bestuurder in de zin van de WAM.

De Hoge Raad oordeelt nu dat de uitspraak van het Gerechtshof niet juist is omdat de inzittende die aan de handrem trok het de oorspronkelijke bestuurder onmogelijk maakte om nog langer ‘in control’ te zijn als bestuurder. De Hoge Raad heeft nu, zoals de rechtbank ook gedaan heeft, gezegd, dat de WAM verzekeraar de schade van degene die achter het stuur zat wel moet vergoeden, omdat hij niet langer als bestuurder van het motorrijtuig in de zin van de WAM kon worden beschouwd.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:PHR:2023:1166&showbutton=true&keyword=verzekering&idx=2
Met dank aan Anita Hol-Bubeck voor deze 4 artikelen.

 


Opmerkelijk is een uitgave van Bureau DFO ten behoeve van de leden van de DFO Expertisegroep Schadebehandeling. Leden van deze groep houden zich bij financieel advieskantoren, volmachten en schaderegelingskantoren professioneel bezig met het behandelen van schadedossiers. De activiteiten van de DFO Expertisegroep Schadebehandeling zijn erop gericht om de bovenwettelijke deskundigheid en vaardigheid van deelnemers te verhogen en de profilering van het beroep schadebehandelaar te versterken.

Meer informatie over de DFO Expertisegroep Schadebehandeling: https://www.expertisegroepschade.nl: Secretariaat: Martine Verhagen: Expertisegroep@dfobv.nl of tel. 033 – 254 20 29

Terug naar overzicht