Opmerkelijk Nr. 28

september 2025

Bescherming van de benadeelde gaat binnen de WAM-verzekering erg ver

De bescherming van de inzittende, niet zijnde bestuurder, van een auto die betrokken raakt bij een ongeval, gaat ver. Onlangs heeft de Hoge Raad in een arrest vastgesteld, dat er in de verhouding tussen de benadeelde en de WAM-verzekeraar géén algemene buitenwettelijke regel geldt, waarbij het recht van de benadeelde op grond van artikel 6 WAM vervalt bij opzettelijke misleiding van de verzekeraar ná verwezenlijking van het risico.
In deze zaak ging het om een inzittende die, zowel in de precontractuele fase als bij de schadeafwikkeling, de verzekeraar op aanzienlijke wijze probeerde te misleiden. Een interessante samenvatting van dit arrest, geschreven door Niek van Barschot en Anouk van Iersel (beiden verbonden aan Van Iersel Luchtman Advocaten), is te vinden in Verzekeringsrecht, Aansprakelijkheid, Schade en Toezicht.
Dit artikel was opgenomen in DFO Signalen week 31 en staat nu op de site van de Expertisegroep in de Vakdocumentatie.

Is een e-step een motorrijtuig?

Interessante uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland over een verkeersongeval waarbij betrokken waren een elektrische step en een fietser. De vraag die aan de rechter is voorgelegd is: ‘Is een e-step een motorrijtuig?’ De rechtbank oordeelde dat art. 185 WVW van toepassing was op dit verkeersongeval omdat een e-step (volgens de WvW) een motorrijtuig is en dat er géén sprake van overmacht en ook niet van schuld en/of opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid van de fietser..

Eén snorfiets, twee WAM-verzekeraars

Interessante uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland van 16 augustus 2025 inzake een verkeersongeval tussen een snorfiets en een voetganger. Bij de RDW staan op het moment van het ongeval twee WAM-verzekeraars geregistreerd. De benadeelde heeft met succes één van de twee WAM-verzekeraars aangesproken en die WAM-verzekeraar heeft de schade vergoed en wil (een deel) van het uitbetaalde bedrag verhalen op de andere WAM-verzekeraar. De vraag, of de uitkerende WAM-verzekeraar mag verhalen op de andere geregistreerde WAM-verzekeraar, wordt voorgelegd aan de rechter. De rechter oordeelt bevestigend. Interessante uitspraak met uitleg over art. 13 lid 7 WAM (verzekeraar kan niet tegenwerpen aan een benadeelde dat de registratie niet juist was), art. 13 lid 4 WAM (na-risico) en art. 7:961 BW samenloop (art. 7:961 BW).
Met dank aan Anita Hol-Bubeck voor deze 2 artikelen.

Aansprakelijkheid bestuurder wegens niet afsluiten deugdelijke verzekering

Tijdens dakdekkerswerkzaamheden aan een pand is brand aan het pand ontstaan. De schade wordt geschat op € 350.000. De opstalverzekeraar betaalt de schade, maar wil regres nemen op het dakdekkersbedrijf. Deze blijkt geen bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering te hebben. De opstalverzekeraar stelt vervolgens de bestuurder en enig aandeelhouder van het dakdekkersbedrijf aansprakelijk voor het ontbreken van deze verzekering. De rechtbank stelt dat voor persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder vereist is dat deze persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. De Rechtbank:
Van een persoonlijk ernstig verwijt zal onder meer sprake kunnen zijn als komt vast te staan dat [gedaagde] wist of redelijkerwijze had behoren te begrijpen dat een door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van [B] tot gevolg zou hebben dat [B] haar verplichtingen niet zou nakomen en ook geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan optredende schade (zie Hoge Raad 8 december 2006, ECLI:NL:HR:2006:AZ0758, Ontvanger/Roelofsen).
Vervolgens oordeelt de rechtbank dat van een bestuurder van een risicovol bedrijf verwacht mag worden dat deze zorgt voor een passende aansprakelijkheidsverzekering. De motivatie van de rechtbank is hierbij als volgt:
Tegen deze achtergrond mag naar het oordeel van de rechtbank van een professioneel bedrijf als [B] , dat risicovolle (want brandgevaarlijke) werkzaamheden verricht voor haar klanten, wat tot aanzienlijke schade voor die klanten kan leiden, in beginsel worden verwacht dat zij zorgdraagt voor een deugdelijke aansprakelijkheidsverzekering, zodat langs die lijn een voorziening wordt getroffen voor het geval het bedrijf zelf niet zou kunnen voldoen aan haar verplichting tot vergoeding van die schade. Het was de taak van [gedaagde] als enig bestuurder van [B] om voor een dergelijke verzekering zorg te dragen.
Het vonnis leidt ertoe dat, wanneer daadwerkelijk vast komt te staan dat de schade is veroorzaakt door onzorgvuldig handelen van het dakdekkersbedrijf, de bestuurder persoonlijk voor deze schade aansprakelijk is, gegeven het feit dat hij verzuimd heeft een passende aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.

 

Opmerkelijk is een uitgave van Bureau DFO ten behoeve van de leden van de DFO Expertisegroep Schadebehandeling. Leden van deze groep houden zich bij financieel advieskantoren, volmachten en schaderegelingskantoren professioneel bezig met het behandelen van schadedossiers. De activiteiten van de DFO Expertisegroep Schadebehandeling zijn erop gericht om de bovenwettelijke deskundigheid en vaardigheid van deelnemers te verhogen en de profilering van het beroep schadebehandelaar te versterken.

Meer informatie over de DFO Expertisegroep Schadebehandeling: https://www.expertisegroepschade.nl: Secretariaat: Martine Verhagen: Expertisegroep@dfobv.nl of tel. 033 – 254 20 29

Terug naar overzicht